Take home message
- Rauwe melk functioneert voor jonge, groeiende dieren als een volwaardig voedingsmiddel
- Wanneer rauwe melk wordt gepasteuriseerd of gesteriliseerd, blijft de groei (sterk) achter
- Door vitamines uit het B-complex plus vitamine A bij te voeren naast gesteriliseerde melk, wordt de groei weer genormaliseerd. Wat de oorzaak is hiervan, is (nog) onduidelijk
In de eerste helft van de 20e eeuw ontstond een grote interesse naar de betekenis van vitamines voor de gezondheid. Rachitis speelde een rol in donkere industriesteden als Londen, en jonge kinderen kregen botafwijkingen door gebrek aan vitamine D; zeevaarders kregen scheurbuik door grote tekorten aan vitamine C op hun maandenlange reizen. Duitse onderzoekers hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het begrip over verschillende vitamines, helaas mede door ethisch omstreden onderzoek in de jaren 1930-1950 op mensen (Joost, 2012). De Duitse medicus en voedingswetenschapper Karl-Heinz Wagner (1911-2007) gebruikte echter ook ratten om inzicht te krijgen in vitamines.
Melk als volwaardige voeding
In zijn Duitstalige publicatie in het tijdschrift ‘Milchwissenschaft’ zet Wagner (1953) uiteen, hoe hij tegen voeding aankijkt. Voor hem is ‘volwaardige voeding een dieet, dat rijk is aan alle voedingscomponenten en waarvan bekend is, dat zij een uitwerking hebben op onze fysiologie’. Wagner claimt, dat rauwe melk daartoe behoort: ‘onbehandelde, kiemarme melk van veestapels vrij van Tuberculose’.
Wagner wilde weten, wat verhitting van melk (niet zozeer de moedermelk, maar de vervangende koemelk) als uitwerking had op de groei van jonge dieren (ratten).
Op een basisdieet samen met (rauwe) moedermelk vertonen de proefdieren een normale groei en voortplanting. Verschillende proefgroepen kregen naast hun basisdieet (StD) ook koemelk: rauw (RM), gepasteuriseerd (PM) of gesteriliseerd (SM), (Fig 1). Jonge dieren gedijen goed op melk, moedermelk of in dit geval ook koemelk. Het voeren van melk als aanvulling op het basisdieet voor ratten verbetert de groei, echter door verhitting van de melk, en met name door sterilisatie van melk wordt de groei sterk afgeremd (Fig 1).
Fig 1. Groei van jonge ratten van proefweek 1 tot 7, die naast hun standaardvoer (StD) ook melk kregen: rauwe melk (RM), gepasteuriseerde melk (PM) of gesteriliseerde melk (SM)
Extra vitamines: ja of nee?
In een 2e experiment werd beoordeeld, hoe de negatieve uitwerking van het steriliseren van de koemelk kon worden opgeheven. Daarvoor werden twee vitamines ingezet. Toentertijd waren de vitamines wel ontdekt, maar konden deels nog niet gemaakt worden. Wagner voerde daarom biergist oftewel bakkersgist, Saccharomyces cerevisiae. Deze gist is een bron voor de wateroplosbare vitamines van het B-complex. De B-vitamines ondersteunen de stofwisseling en geven energie en groei. Vitamine A tekort leidt tot nachtblindheid, vertraagde groei, cariës, schilferige huid en verlaagt de weerstand. Het is ook bekend als Retinol en kan worden gemaakt uit beta-caroteen (= provitamine A).
Fig 2. Groei van jonge ratten van proefweek 1 tot 7, die naast hun standaard dieet (StD) ook melk gevoerd kregen. De jonge dieren werden gevoerd met gesteriliseerde melk (SM), ter controle is ook de groep die rauwe melk (RM) gevoerd kreeg, afgebeeld. Twee groepen die gesteriliseerde melk kregen (SM), kregen een aanvulling met biergist (BG), een vitamine B complex of met biergist plus vitamine A (BG + vitA).
Wagner gaf de biergist alleen (BG) of in combinatie met het vetoplosbare vitamine A (BG+VitA). Uit figuur 2 wordt duidelijk, dat de tegenvallende groei na de sterilisatie van de melk kan worden gecompenseerd, door de dieren extra vitamines te voeren. Groeiverbetering treedt met name op, als deze uit beide vitamines B-complex plus vitamine A, worden gevoerd.
Het onderzoek lost de oorzakelijke vraag niet op, het beantwoordt niet de vraag naar het ‘waarom’ de vitamines nodig zijn en hoe zij fysiologisch werken. Wanneer we vanuit de huidige kennis over de verhitting van koemelk naar de verschillen kijken, dan zijn bepaalde dingen in elk geval duidelijk. De gevolgen van verhitting zijn temperatuurs- en tijdsafhankelijk. Pasteuriseren vindt plaats bij lagere temperaturen (63-75 oC), dan steriliseren (>100 oC). Verhitting doodt bacteriën (in melk); verhitting grijpt in eerste instantie aan op de wei-eiwitten die het meest hittegevoelig zijn, zij denatureren, wat onder meer vast te stellen is door een verlaagde concentratie in de melk en een vermindering of het totaal wegvallen van hun werking; aanhoudende verhitting of verhitting bij hoge temperaturen (sterilisatie) leidt tot aggregaat-vorming dat wil zeggen eiwitten en suikers klonteren samen.
Het is zeer goed mogelijk, dat als gevolg van verhitting transportprocessen die door de wei-eiwitten worden verzorgd niet of in mindere mate plaats vinden. Vitamines komen niet meer op hun plaats aan. Wanneer je nu vitamines gaat bijgeven, dan maskeer je wellicht een ander proces, zoals het denatureren en het functioneren van de wei-eiwitten. Maar er kan ook een andere verklaring zijn, die wij (nog) niet weten.
De betekenis van rauwe melk
Al eerder beschreven we verschillen in groei in ratten in het kader van onderzoek naar vitamines en door hittebehandeling van melk. Toen concludeerden we al, dat door het verstrekken van extra vitamines verschillen door verhitting kleiner worden, wegvallen of gemaskeerd zijn.
De vraag is of het zinvol is, of zelfs het terecht is om zo veel extra mineralen, sporenelementen en vitamines toe te voegen om een uitspraak te doen over de impact van verhitting van melk op de groei of gezondheid? In elk geval is duidelijk, dat als er geen suppletie plaatsvindt in het dieet van jonge dieren, er een onderscheid ontstaat door verhitting of zelfs van de seizoenen, waarin de melk gemolken is. Rauwe melk daarentegen kan dienen als een voedingsmiddel op zich, kan de groei van jonge dieren positief beïnvloeden en heeft een rol bij het onderdrukken van astma en allergieën. Dat is de waarde van rauwe melk, dat in termen van Wagner (1953) als volwaardig voedingsmiddel kan dienen, zowel qua groei en ontwikkeling (Wagner, 1953) als in immunologisch opzicht (Abbring et al., 2019).
Literatuur
- Abbring, S., Kusche, D., Roos, T. C., Diks, M. A., Hols, G., Garssen, J., Baars, T. & van Esch, B. C. (2019). Milk processing increases the allergenicity of cow’s milk – Preclinical evidence supported by a human proof‐of‐concept provocation pilot. Clinical & Experimental Allergy, 49(7), 1013-1025.
- Joost, H. G. (2012). Carl Arthur Scheunert’s experiments on human nutrition, 1938-1943: Boundary transgressions of a scientist under National Socialism. Medizinhistorisches Journal, 296-334.
- Wagner, K. H. (1953). Der biologische Wert sterilisierter Milch. Milchwissenschaft, 8, 364-366.