Astma en allergien, Gezondheid
Laat een reactie achter

Immuniteit verklaard

De immuniteit van een organisme wordt in fasen opgebouwd en functioneert in samenhangende onderdelen. Hierbij zijn zowel cellen als stoffen (communicatie, signaal) betrokken. Er is sprake van een meegekregen of verkregen immuniteit, dat de jonge baby de 1e bescherming biedt tegen de (bacteriële en virale) buitenwereld waarin het wordt geboren. Hierin speelt de ecologie een belangrijke rol en geeft de moeder datgene mee, wat in haar omgeving immunologisch relevant is. Bij zoogdieren speelt de biestmelk en de moedermelk een belangrijke rol in het doorgeven van de geschonken immuniteit (meegekregen). Daarnaast ontwikkelt zich de verworven immuniteit in stappen, waarbij het nieuwe organisme zelfstandig leert te reageren op ‘cellen’ en ‘eiwitten’ uit de buitenwereld, die niet in haar binnenwereld thuishoren. Het is net als in het gewone leven, te leren een onderscheid te maken tussen ‘mijn’ en dijn’, in immunologische termen ‘zelf’ en ‘niet-zelf’. Het eigene moeten we leren met rust te laten, het vreemde moeten we te lijf gaan, of verteren of uitschakelen, anders worden we ziek of sterven we.

In de zeer vroege embryonale fase is het nieuw te vormen organisme een platte pannenkoek. Enige tijd later vouwt deze pannenkoek samen en ontstaat er een buis met boven een opening, die tot onze mond wordt en onder een opening, die onze anus wordt. In dit invouwproces nemen we als het ware een stuk buitenwereld mee naar binnen, namelijk de buis die tot ons darmkanaal wordt.

Het hele darmkanaal is eigenlijk een stukje buitenwereld, waar het wemelt van de bacteriën en waar de oppervlakte (slijmvliezen, huid) een perfecte scheiding tussen buiten en binnen moet vormen. Zo ook de scheiding tussen de binnenkant van het darmkanaal (buitenwereld) en bloed en vaatstelstel (binnenwereld). De opbouw en rijping van ons immuunsysteem heeft in principe tot doel, dat deze scheiding tussen ‘buiten’ en ‘binnen’ zodanig verloopt, dat wij voedsel probleemloos kunnen herkennen en verteren en hier geen allergische reactie tegen opbouwen. Wanneer deze scheiding niet perfect is, wordt van een lekkende darm (‘leaking gut’) gesproken, wat aangeeft, dat ongewenste eiwitten en peptiden onze binnenwereld binnendringen met alle gevolgen van dien.

Problemen met de reactie van het immuunsysteem ontstaan, a) doordat men in aanraking komt met volledig vreemde, dikwijls nieuwe kiemen, die niet gepareerd kunnen worden (mensen uit de Amazones sterven aan onze kinderziekten; in onze Westerse wereld duiken telkens nieuwe, gemuteerde bacteriën op, waar we geen antwoord op hebben) en b) wanneer het immuunsysteem van jongs af aan verkeerd geprogrammeerd is (allergieën of astma) of c) wanneer het immuunsysteem het eigen lichaam begint aan te vallen, wat vaak op latere leeftijd gebeurt (auto-immuunziekten).

Kwakkelende immuunsystemen

De Westerse wereld lijdt in toenemende mate onder de druk van immuunsysteem gerelateerde welvaartsziekten. In de Engelstalige literatuur spreekt men over ‘non-communicable diseases’ (NCD), niet-overdraagbare ziekten die niet op infecties gebaseerd zijn en derhalve ook niet overdraagbaar zijn in de klassieke zin: obesitas, allergieën, astma, hart- en vaatziekten, diabetes mellitus, kanker, auto-immuunziekten. Nadat we de infectieziektes hebben ‘overwonnen’, voornamelijk door hygiëne en schoon water, sterven tegenwoordig de meeste mensen aan deze groep van NCD-ziekten. Hoewel we allemaal een keer moeten dood gaan, is het de vraag hoe je zo gezond mogelijk oud kunt worden? Steeds meer wordt duidelijk, hoe je in elk geval op een gezonde manier het nieuwe leven kunt (op)starten. De wijze hoe ons immuunsysteem zich ontwikkelt, leert, de levenswijze en voeding van de zwangere vrouw en de eigen voedsel- en leefstijlkeuzen spelen hierin allemaal een rol, de een meer dan de andere. De complexiteit van het geheel wordt nog eens versterkt, doordat de grenzen tussen genetica (voorbestemd, vastgelegd in ons DNA) en omgeving aan het vervagen is. Door de introductie van het begrip ‘epigenetica’ wordt tot uitdrukking gebracht, dat omgevingsinvloeden (o.m. voeding) de wijze waarop wij ons DNA gebruiken en aflezen, mede gaan bepalen. Hier is bijvoorbeeld aandacht hoe bijvoorbeeld foliumzuur (Vitamine B9) en omega-3 vetzuren in het dieet van de zwangere moeder de gezondheid van de ongeboren baby bepalen via haar DNA. We hebben hier te maken met sluipende verandering in ons dieet, één van de oorzaken van de huidige pandemie aan NCD’s.

De definitie van een ongezond immuunantwoord is, dat het lichaam verkeerd reageert op ‘normale omgevingsstoffen’, eiwitten, peptiden of bacteriën. Een gezond lichaam hoort geleerd te hebben niet-te-reageren op voedselcomponenten, pollen van grassen, stof van huismijten, hondenhaar, etc. Echter in plaats van ‘vertering’ of ‘negeren’ volgt er een allergisch immuun-antwoord, wat zich kenmerkt door bijvoorbeeld geprikkelde reactie van de huid (roodverkleuring), jeuk of ademnood. Ook hoort een lichaam niet te reageren op de eigen lichaamscellen. Wanneer dit wel gebeurt is er sprake van auto-immuunziektes, wat wil zeggen, dat ons immuunsysteem onze eigen lijfelijkheid te lijf gaat en afbreekt. Dit is heel ongewoon, aangezien ons lichaam alles wat lichaamseigen is met rust zou moeten laten en alleen een reactie hoort te hebben op ‘lichaamsvreemde substanties’.

De zg. allergenen komen in aanraking met cellen uit de slijmvliezen (mond, neus), waardoor een directe reactie optreedt: hoesten, ontsteken, roodverkleuring, opzwellen, etc. Soms treedt een anafylactische shock op, dit manifesteert zich tussen duizeligheid, licht in het hoofd tot en met knock-out-gaan na een insectensteek of door een specifieke voedselallergie (pinda’s). Deze directe, onmiddellijke reactie is een kenmerk van een gestoorde immuniteit. In de 1e fase wordt het lichaam gesensibiliseerd, wanneer het voor het eerst met de allergene stof in aanraking komt. Daardoor worden afweerstoffen (eiwit gerelateerde immunoglobulinen, veelal IgE) aangemaakt, die klaarliggen, wanneer ‘een 2e aanval komt’. De vreemde stof wordt herkend en het lichaam wil haar direct onschadelijk maken. In deze 2e fase stoot het lichaam grote hoeveelheden immunoglobulinen (specifieke IgE) af, die de allergene stof ‘onschadelijk willen maken’. Als bijproduct van het IgE-antwoord komt een kettingreactie op gang, die de patiënt opmerkt door de bovengenoemde verschijnselen. Zo komt onder meer de stof ‘histamine’ vrij, dat men merkt als jeuk-verschijnsel. Tussen het 1e en 2e contact kunnen soms jaren verstreken zijn, bijvoorbeeld als er sprake is van wespengifallergie. Als het om voedsel gaat, bijvoorbeeld melk-allergie, dan vindt dit alles op jonge leeftijd plaats, soms al naar het eerste flesje babyvoeding. De felheid van de allergische reactie wordt onder meer gemeten aan de IgE-concentratie in het bloed, maar ook door de stoffen die in de kettingreactie vrijkomen. IgE-grenswaardes liggen bij 0,35, 0,70 en 3,5 IU/ml voor een respectievelijk geringe, matige en ernstige een allergische reactie (Casaca, 2014).

Foto: Orchidee, Vrouwenschoen op Kalkmagerweides in Liebenau (D)

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.