Take home message
- Er zijn zorgen over ons eetgedrag. In de jaren 1950 was er de zorg rondom het eten van dierlijk vet.
- We zijn ruim 60 jaar verder. Nadat de levensmiddelenindustrie hand in hand met de wetenschap ons rijp of murw heeft gemaakt voor een menu met minder vet en zout, moet het roer opnieuw om: we eten we inmiddels te veel ‘ultra-processed’, suikerrijk voedsel. Met grote gevolgen voor de gezondheid van de bevolking wereldwijd.
Kant-en-klaar-maaltijden
Ultra-processed food (UPF) zijn de samengestelde pakken en sausen die je kant-en-klaar in de supermarkt koopt. Niet zo zeer de bak met voorgesneden en gemengde salades, maar wel de kant-en-klaar-maaltijden; beetje water erbij, alleen nog wat magere, gebraden kippendijen bakken en het eten staat binnen 10 minuten op tafel. Voeg daar de suikerhoudende, energie-opwekkende drankjes aan toe en de basis van het probleem is gevonden: de geraffineerde suikers en opgewerkte plantaardige olie.
Het gaat ons steeds slechter qua non-communicable diseases (NCDs), zoals te dik worden, een permanent laag niveau van ontstekingen, leververvetting, hart- en vaatziekten, maar ook dementie en autisme. Welvaartsziekten, waarvan de industrie ons maar al te graag wilde doen geloven, dat het aan het gebrek aan beweging lag in plaats aan de samenstelling van hun voedsel. Liever zag men de slogan, dat je door meer te bewegen, je meer calorieën verbrandde en wie te dik werd toch echt zelf schuldig was. Door de lange armen van de industrie kon zelfs Michelle Obama in haar tijd als first lady niet meer doen, dan tot ‘meer bewegen’ aansporen. Verder mocht ze niet gaan.
Ultra-bewerkt of toch zelf koken?
In Amerika deed men een proef met vrijwilligers (Hall et al., 2019). Onder gecontroleerde omstandigheden werden net iets te dikke volwassenen (31 jaar, BMI=27), vier weken lang vervolgd. Zij kregen twee typen diëten voorgeschoteld, elk twee weken lang: (1) op basis van UPF-ingrediënten (lees: ultra-bewerkt) en (2) op basis van ‘normaal’ basis-voedsel (lees: onbewerkt). De proefpersonen werd gevraagd drie maaltijden te eten vanuit het oogpunt, zo veel of zo weinig te eten, dat je je zat voelt. Dus, je maag en gevoel van verzadiging bepaalden hoeveel je uiteindelijk at.
Het blijkt nog een hele kunst om de twee soorten voedsel qua samenstelling volledig op elkaar te laten lijken, en Hall et al., (2019) schrijven daarover: “hoewel we probeerden verschillende voedingsparameters tussen de diëten op elkaar af te stemmen, verschilden de ultra-bewerkte en onbewerkte maaltijden aanzienlijk in de verhouding van toegevoegde tot totale suiker (respectievelijk 54% vs. 1%), onverteerbare tot totale vezel (16% vs. 77%), verzadigd tot totaal vet (34% vs. 19%), en de verhouding van omega-6 tot omega-3-vetzuren (11:1 vs. 5:1).” Met andere woorden kenmerkend voor ultra-bewerkte voedsel is het toevoegen van allerlei soorten en typen suikers, weinig tot geen ballaststoffen (vezels), een hoog verzadigd vetgehalte en een sterke onbalans in n6/n3. Hoe de levensmiddelenindustrie dit voor elkaar krijgt, snap je soms niet, aangezien de maaltijdkosten voor de dagelijkse 2000 kcal voor het ultra-bewerkte voedsel slechts 2/3 was van die van het onbewerkte voedsel. Deze miljardenindustrie levert dus voedsel voor een prijs, waar jezelf niet meer voor kunt of wilt koken. De vraag is wie of welke groepen of welk deel van de natuur daarvoor de prijs betaalt.
Wat doet ultra-bewerkt voedsel met je?
Ten eerste: je gaat er meer van eten. In de periode van ultra-bewerkt voedsel namen de vrijwilligers bijna 500 cal/dag meer op dan in de periode met onbewerkt voedsel (Hall et al., 2019). De extra energie kwam uit de hogere opname van suikers en vet. Ultra-bewerkt voedsel heeft een grotere energiedichtheid (energy density), dat wil zeggen bevat veel calorieën per hap. Dit moet je niet verwarren met het begrip ‘nutriënten-dichtheid’ (nutrient density), wat een kenmerk is hoeveel mineralen, sporenelementen en secundaire plantenstoffen (zoals anti-oxidantia) in voedsel aanwezig zijn. Energy-dense voedsel is leeg en je neemt vooral calorieën op. Wat overigens wel sterk verhoogd is in het ultra-bewerkte dieet is de zout-opname, een kenmerk wat als ongunstig wordt gezien.
In de VS zijn de porties die men koopt, of het nu hamburgers, coca cola of kip nuggets zijn, in de loop der jaren steeds groter geworden. Wellicht bevestigt dit het beeld, dat dergelijk ultra-bewerkt voedsel geen of niet voldoende verzadiging meer geeft en men daardoor de neiging heeft om meer voedsel op te nemen; in elk geval meer dan men nodig heeft om op gewicht te blijven of te kunnen functioneren. De groep die ultra-bewerkt voedsel at, at ook sneller; in een kortere tijd werkte men meer calorieën naar binnen. Je gaat kennelijk een beetje schrokken van dit soort voedsel.
Ten tweede: in de twee weken, dat men ultra-bewerkt voedsel nam, werden de mensen zwaarder. Ook niet te zuinig: men nam bijna 1 kg (900 gram) in gewicht toe, terwijl het omgekeerde optrad (- 1kg) in de periode van onbewerkt voedsel. Er was een sterke correlatie met de hoeveelheid calorieën die elke vrijwilliger naar binnen werkte: hoe meer, hoe dikker. Parallel zie je een toename van de vetmassa van ca 0.4 kg, maar ook van de vetvrije massa (+ 0.5 kg), (Fig. 1). Op een bodyscan kon geen verschil in leververvetting worden vastgesteld.
Ten derde: Er waren twee hormonen in het bloed, die iets uitdrukken over ‘je verzadigd voelen’, (1) hormoon PYY is een maatstaf of ‘je trek hebt’ en (2) het hormoon ghreline staat bekend als het ‘honger-hormoon’. Beide waren lager, wanneer onbewerkt voedsel gegeten werd. Met andere woorden: minder trek en minder gevoel van hongerigheid. Belangrijke bloedwaardes rondom Type-2 diabetes waren lager, namelijk de glucose (‘fasting glucose’) en het hormoon insuline, dat de bloedglucose-spiegel reguleert.
Concluderend kun je dus stellen, dat er een mate van verslaving optreedt bij de consumptie van ultra-bewerkt voedsel (zie ook: Monteiro et al., 2022), wat aanleiding geeft tot overconsumptie, honger-gevoel en geleidelijk aan dikker worden met alle immunologische problemen die erbij horen.
Oppassen voor de generaties die komen
Een 2e onderzoek gaat in op de gevolgen voor het ongeboren kind. Zwangere moeders scoorden hun voedingspatroon met nadruk op de hoeveelheid ultra-processed food. Het betreft een Nederlandse studie die via de Erasmus MC uitgevoerd is (Smit et al., 2022). Met behulp van 3-dimensionale echo’s wordt de lengte van het ongeboren kind gemeten bij 700 zwangere vrouwen. Er is een brede range van de hoeveelheid calorieën (energie) die de moeders uit UPF opnemen: 16% tot 88%. Na correctie voor allerlei factoren berekende het model een significante relatie tussen de UPF-inname en de grootte van het kindje. Echter deze relatie was negatief: hoe meer UPF, hoe kleiner het kindje. In modellen kun je allerlei factoren wel of niet opnemen. Wanneer je van het ene model naar het andere gaat, zie je of bepaalde factoren echt meedoen in de uitkomst. Interessant is, dat in een aangepast model, waarin verder gecorrigeerd werd voor de opname van vitamines (met name de B-vitamines plus ook Zink), de correlatie verdween. Dit impliceert, dat deze vitamines van belang zijn voor de uitslag, en dat je de negatieve uitkomst van UPF als het ware gecorrigeerd wordt (mede verklaard wordt) door het verschil in opname van vitamines. Om de gevolgen van de voeding te kunnen inschatten, heeft men het onderzoek vergeleken met ander pre-nataal onderzoek: ‘In vergelijking met eerder onderzoek naar de levensstijl van de moeder, is de UPF-energie opname in de zwangerschap qua negatieve effectgrootte vergelijkbaar met het roken meer dan 10 sigaretten per dag door de moeder.’
Gek genoeg groeien die iets kleinere baby’s kennelijk later uit tot enorme dikkerds.
Weston A. Price
Al eerder, maar nooit genoeg, hebben we hier al eens geschreven over het imposante onderzoekswerk van de tandarts-onderzoeker Weston Price. Price wilde weten, hoe mensen door de generaties heen gezond bleven zonder aanwezigheid van artsen en tandartsen. Na 10 jaar onderzoek over de leefstijl van meer dan 15 traditioneel levende natuurvolkeren, was zijn conclusie, dat deze mensen gezond bleven door het eten van onbewerkte producten, met nadruk op de gefermenteerde producten. Men was gek op dierlijke producten, maar er was meestal niet veel van aanwezig, met uitzondering van de Eskimo’s. Er was aandacht voor speciale voeding gedurende de zwangerschap, wat zich laat samenvatten door het eten van speciale producten die rijk zijn aan omega-3 vetzuren en vetoplosbare vitamines.
De voeding en leefstijl van de natuurvolkeren laat zich samenvatten door het eten van lokale, verse, home-made producten, levensmiddelen met een hoge ‘nutrient-density’, door fermentatie rijk aan pro- en postbiotica. Problematische zwangerschappen en non-communicable diseases kende men toen niet. Nog geen 100 jaar later zit een groot deel van de wereldbevolking opgescheept met dood voedsel, samengesteld en samengeraapt vanuit de hele wereld, geraffineerd, opgewerkt en op basis van winstbejag van beursgenoteerde bedrijven, die eigenlijk minderwaardige voeding verkopen. Niet de ‘nutrient-density’, maar de ‘energy-density’ is een kenmerk van de UPF, niet een levend product rijk aan bacteriën en nutriënten, maar een uitgekleed, gecomponeerd, samengesteld, dood product vol met allerlei vormen van verborgen suikers. Monteiro et al. (2022) karakteriseren de UPF als volgt: “Gebruikelijke ingrediënten van ultra-bewerkte voedingsmiddelen zijn goedkope eiwitbronnen, zoals soja en andere plant-extracten; gemodificeerd zetmeel en suikers zoals maltodextrine, fructose houdend maisstroop en invertsuiker; en gemodificeerde plantaardige oliën. Dergelijke mengsels zouden op zichzelf onsmakelijk of zelfs walging oproepen, wat gecompenseerd moet worden door het toevoegen van smaak-, kleurstoffen evenals smaakversterkers en vele andere additieven. Al deze toevoegingen zijn niet gecontroleerd op verslavend potentieel, of hun invloed op de hersenfuncties. Sommige additieven worden door fabrikanten bewust gebruikt om een ‘heftig verlangen naar meer’ (Eng.: craving) op te wekken. Met name de toegevoegde smaakstoffen kunnen aanleiding zijn tot te veel eten (overeten) en ‘eten om te eten’ (eet-verslaving’) met tot gevolg gewichtstoename. Normaal gesproken is er een fysiologisch rem op te veel eten, maar deze feedback wordt overgenomen en uitgeschakeld door dergelijke voeding”.
Literatuur
- Hall, K. D., Ayuketah, A., Brychta, R., Cai, H., Cassimatis, T., Chen, K. Y., … & Zhou, M. (2019). Ultra-processed diets cause excess calorie intake and weight gain: an inpatient randomized controlled trial of ad libitum food intake. Cell metabolism, 30(1), 67-77.
- Monteiro, C. A., & Cannon, G. (2022). The foods that are addictive. Addiction.
- Smit, A. J., Hojeij, B., Rousian, M., Schoenmakers, S., Willemsen, S. P., Steegers-Theunissen, R. P., & van Rossem, L. (2022). A high periconceptional maternal ultra-processed food consumption impairs embryonic growth: The Rotterdam periconceptional cohort. Clinical Nutrition.
Foto: het opensnijden van een Parmesaanse kaas. Kaas moet men niet verwarren met UPF. Er is bij het kaasmaken sprake van ‘natuurlijk porcessing’, geen industrieel processing, zoals in dit artikel verwoord is.