Nijmeegse en Maastrichtse onderzoekers hebben de relatie tussen de vitamine K2-status van Corona patiënten beoordeeld in vergelijking met een gezonde groep mensen (Dofferhoff et al., 2020). De groep COVID-19 patiënten (n=123) waren 68 jaar oud, 71% mannen. De controlegroep (n=184) was gemiddeld 61 jaar oud, waarvan 46% mannen. Binnen de COVID-groep werd een onderscheid gemaakt (achteraf) in diegene die zonder verdere ingrepen gezond het ziekenhuis konden verlaten en diegene die kunstmatig beademd werden en/of zijn overleden. Er zijn derhalve drie groepen vergeleken: controle, COVID-goed afgelopen (hersteld) en COVID-slecht afgelopen. In de vergelijking van de groepen kon men de uitslagen controleren voor de leeftijds- en geslachtsverschillen en ook de inname van bepaalde geneesmiddelen die de vitamine K2 status beïnvloedden. De concentraties in de drie groepen patiënten is hoog-significant verschillend, ook na correcties voor de bovengenoemde invloed factoren (p=0.005) (Tabel 1).
De bepaling van vitamine K2 verloopt via de bloedwaardes van het dp-ucMGP (dephosphorylated-uncarboxylated Matrix Gla protein). Het lastige aan deze marker is, dat je de uitslag moet omdraaien om hoog en laag, goed en slecht te beoordelen: Lage dp-ucMGP is een goede vitamine K2-status en hoog is slecht, dus de dp-ucMGP is negatief gecorreleerd met de vitamine K2 status van mensen (Tabel 1).
Tabel 1. Vitamine K2-status gebaseerd op de dp-ucMGP concentratie in twee groepen COVID-19 patiënten en een controlegroep
dp-ucMGP in bloedserum (in pmol/l) | |
Controle | 536 |
COVID-goed afgelopen | 1.299 |
COVID-slecht afgelopen | 2.087 |
Verder is duidelijk, dat dp-ucMGP daalt, wanneer mensen vitamine K toegediend krijgen, terwijl het juist stijgt als men vitamine K antagonistische (genees)middelen inneemt. In de discussie melden de onderzoekers, dat de dp-ucMGP-concentratie ook in ander onderzoek omgekeerd gecorreleerd is met sterftecijfers: hoe hoger, hoe groter de sterfte. Dit betekent, dat er een nieuw indicatiegebied (COVID-19) naast de hart- en vaatziekte en osteoporose in verband gebracht zijn met de vitamine K2 status van patiënten. Tot zover deze uitslagen, waarbij de vraag rijst hoe je de vitamine K2 status via voeding kunt beïnvloeden?
Voeding als risicofactor en vermijdbare tekorten van vitamine K2
Eerder hebben we al eens aangegeven, met welke voedingsmiddelen er een verhoging van je vitamine K-status in je lichaam kan plaatsvinden. Vitamine K1 is gecorreleerd met groene groentes, broccoli, sla, etc. Door melkzuurfermentatie van kool ontstaat zuurkool met een hoger gehalte aan vitamine K2. De hoogste K2 in gefermenteerde plantaardige producten vind je in Natto, uit gefermenteerde sojaboon. Via gefermenteerde melkproducten (kaas, blauwschimmelkaas), en ook bepaalde dierlijke orgaanproducten, dierlijke vetten, eigeel en boter kun je veel K2 opnemen. In een Japanse overzichtsstudie (Shioi et al., 2020) zijn een reeks aan studies besproken, die laten zien dat de opname van vitamine K2 dosis-afhankelijk de dp-ucMGP concentratie beïnvloedt. De vitamine K2 status in het bloed is dus afhankelijk van de dagelijkse inname, hoe meer, hoe hoger de status. Je zou dus mogen veronderstellen, dat de consumptie van gefermenteerde producten, maar ook de dierlijke vetten, leidt tot een hogere vitamine K2 status in het bloed, wat het sterfterisico en de complicaties van COVID-19 kan verminderen. In experimenteel onderzoek moet men verder beoordelen, hoe groot de bijdrage is van gefermenteerde voedingsmiddelen in de preventie van COVID-19, teneinde de opmerkelijke verschillen tussen de drie groepen mensen in dit onderzoek te kunnen verklaren.
Dit artikel is gebaseerd op: Dofferhoff, A. S., Piscaer, I., Schurgers, L. J., Walk, J., van den Ouweland, J. M., Hackeng, T. M., … & Janssen, R. (2020). Reduced vitamin K status as a potentially modifiable prognostic risk factor in COVID-19.
1 Reactie