Voor het onderzoek naar levensmiddel-allergieën wordt naast cel-cultures en het meten van complexe inhoudsstoffen gebruik gemaakt van dieren. Men spreekt van diermodellen, bijvoorbeeld murine modellen, waarbij gebruik wordt gemaakt van knaagdieren, muizen of ratten. Deze dieren laten zich gemakkelijk kweken en men is intussen in staat om bij deze dieren vergelijkbare allergische of astmatische reacties te bewerkstelligen als in kinderen.

In Utrecht zijn zulke muisjes gebruikt om melk te testen (Abbring et al, 2016). De melk was afkomstig van een Duits BD-bedrijf, dat Vorzugsmilch levert (raw). De melk werd vergeleken met gewone melk in een Tetrapak uit de winkel, gangbaar (shop). Voor het onderzoek werd de Vorzugsmilch verhit op 80^oC (raw-80). De muisjes worden 5 weken achtereen gevoelig gemaakt voor melk door cholera-toxine te verstrekken op het moment, dat zij ook de melk krijgen. Men noemt dit ‘senzitisation’, je maakt een organisme gevoelig. Dit gebeurde eens per week. Er waren 2 controlegroepen: een negatieve controlegroep, bestaande uit muisjes die niets met melk te maken hebben (nul) en een positieve controlegroep van muisjes die alleen met een mix van caseine/wei-eiwitten gevoed werden (pos). Uit eerder onderzoek was duidelijk, dat dit caseine/wei-complex bij muisjes een allergische reactie kan oproepen, zoals die ook zichtbaar wordt in kinderen met melkallergie. Aan het einde van de 5-weekse periode worden alle dieren geprovoceerd met het caseine/wei complex en meet men de allergische symptomen als volgt:

• Is er een anafylactische shock? Als teken voor een algehele lichamelijke reactie
• Is er een temperatuurdaling? Als begeleiding van een allergische reactie.
• Zijn er reacties op de huid? Als teken, dat er onderhuids een directe reactie plaastvindt, meetbaar in de omvang van de ‘bobbel-vorming’.

De muisjes die de verhitte Vorzugsmilch (raw-80) dan wel de shop-melk kregen waren overeenkomstig de positieve controle. Dit betekent, dat zij vrijwel alle symptomen van een allergische reactie lieten zien. De onverhitte Vorzugsmilch (raw) was hetzelfde als de negatieve controle, die muisjes die helemaal geen allergische reactie konden krijgen. Ook werd in het bloed nauwelijks enige IgE-antistof gevonden, wat een teken is voor het ontbreken van allergische gevoeligheid. Kennelijk wordt de allergische reactie in eerste instantie vooral door de veranderingen in melk na verhitting opgeroepen.

Het onderzoek werd als Abstract 297 gepubliceerd in het tijdschrift Allergy. Het betreft een symposium-onderdeel getiteld: from mice to men. En is verschenen als ‘Special Issue’: Abstracts from the European Academy of Allergy and Clinical Immunology Congress, 11–15 June 2016, Vienna, Austria: http://onlinelibrary.wiley.com/doi/10.1111/all.12972/abstract

Foto: ook in Canada wordt Vorzugsmilch geproduceerd