Gezondheid
Laat een reactie achter

Lactose-intolerantie en de darmflora

Take-home message

  • Genetisch lactose-intolerante gezonde volwassenen consumeren minder lactose en zuivel dan lactose-tolerante volwassenen. Echter de darmen van lactose-intolerante individuen die grotere hoeveelheden lactose consumeren herbergen meer melkzuurbacteriën en acetaatproducerende bacteriën.
  • Naast genetische aanpassing en culturele aanpassing lijkt dit een 3e manier te zijn om lactose te kunnen consumeren, vooral als je genetisch geen melk en zuivel kunt verteren. Laat de bacteriën het werk doen.

Lactose-intolerantie is geen lactase non-persistentie

Ingewikkelde woordkeuzes door de dubbele ontkenningen. Het gaat erom of en hoe je op latere leeftijd (nog) melksuiker uit melkproducten, vooral gewone drinkmelk kunt verteren.

Lactose-tolerantie wordt doorgaans als genetisch kenmerk van de (overwegend) westerse, uit Europa stammende, blanke bevolking gezien, de Kaukasische mens. Na 10.000 jaar samenleving met schaap, geit en koe en de consumptie van hun melkproducten zijn er aanwijsbare mutaties in ons DNA-erfgoed ontstaan waardoor het gen ‘lactase’ niet wordt uitgezet, als de moedermelkstroom ophoudt. Wij blijven namelijk melk consumeren, veelal van de geit of de koe. Alle melk bevat melksuiker oftewel lactose. Deze energiebron wordt door het enzym lactase gesplitst in glucose en galactose, en deze suikers worden verder verteerd tot onder meer koolzuurgas of ook melkzuur (lactaat). Lactase-persistentie is dus het begrip, dat wijst op het ‘aan blijven staan’ van het enzym lactase na de borstvoeding, een genetische aanpassing. De aanpassing wijdt men aan het eeuwenlange gebruik van melkproducten, als kaas en kenmerkt de mens die zich heeft gesetteld en met landbouw en veehouderij is gestart. Ook in Afrikaanse volkeren worden (andere) genetische aanpassingen gevonden om zoete melk te kunnen verteren, net zoals bij de Kaukasische mens. Wereldwijd schat men dat ongeveer 68% van de wereldbevolking geen lactose als volwassene kan verteren. Voor Aziatische mensen geldt dat nagenoeg 100% geen lactose kan verteren.

Er bleek een 2e weg te zijn om toch melkproducten te kunnen blijven consumeren als volwassen, namelijk door een culturele aanpassing waar de melk (voor consumptie) gefermenteerd is met bacteriën. Drinkbare melkproducten van de herders in Tibet zijn (zeer) zuur en een lage pH (<4,0), waardoor de melk als het ware voor-gefermenteerd is buiten ons lichaam. De culturele aanpassing is gevonden bij deze herdersvolkeren, die genetisch volkomen lactose-intolerant zijn; dat wil zeggen zij zijn niet genetisch aangepast geraakt zoals bij de Westerse of Afrikaanse veehouders. Ook bij ons zijn dergelijke melkproducten bekend. Gerijpte kaas, yoghurt of kefir bijvoorbeeld bevatten (veel) minder lactose dan de melk waaruit zij gemaakt zijn. Zowel rijping (leeftijd kaas) als de pH (zuurtegraad) van het melkproduct bepaalt hoeveel rest-lactose een melkproduct nog bevat.

De 3e weg via aanpassing van de darmflora

Bij een deel van de genetisch lactose-intolerante mensen hebben onderzoekers aanwijzingen gevonden dat hun darmflora anders is (Kable et al., 2023). In plaats van een enzym lactase te produceren, cultiveren deze mensen bepaalde bacteriegroepen in hun darm, die het fermentatie-werk voor hun doen. Niet zoals bij de culturele aanpassing zoals de Tibetaanse herders, die de fermentatie voorafgaand aan de consumptie organiseerden, is dit een geïncorporeerde oplossing, een oplossing in je eigen lijf, de darm wel te verstaan. Het is geen genetische aanpassing, maar het is toch een aanpassing die je eerder als epigenetisch kan duiden.

In gezonde volwassenen in de VS, werd de consumptie van melkproducten bekeken in combinatie met de aan- of afwezigheid van een bepaald gen voor lactase-persistentie (LP-gen of rs4988235 genotype). Via invulformulieren werd het zuivelpatroon beoordeeld en daaruit werd afgeleid hoeveel lactose de mensen aten. Verder werd een poepmonster onderzocht op zijn microbiële samenstelling van de darm.

Uit de analyse van de voedsel-frequentie-formulieren bleek dat mensen in bezit van het LP-gen meer lactose aten dan non-LP dragers. Dit is logisch, zij kunnen zonder ongewenste gasvorming en buikpijn melksuiker omzetten via het door henzelf aangemaakte lactase-enzym. Het gold voor mannen, niet significant voor vrouwen en vooral binnen de Kaukasische bevolkingsgroep. Verschillen in berekende lactose-consumptie was ook hoger in de Spaanse en Aziatische bevolking (zie figuur), maar er waren gemixte groepen waar dit niet opging (niet weergegeven). Over de hele steekproef (n=279) nemen de LP-dragers 12,2 gram lactose per dag op tegenover 8,7 gram in de non-LP dragers. Ook hun zuivelconsumptie is hoger.

Fig. 1. Verschillen in lactose-consumptie (g/dag) binnen drie bevolkingsgroepen (Kaukasisch, Spaans, Aziatisch) en de hele groep van 279 mensen, opgesplitst naar volwassene met en zonder genetische mogelijkheid om lactose te verteren. LP = Lactase persistent; NLP = niet LP. (Data uit Kable et al., 2023)

De NLP-groep, die dus genetisch gezien geen lactose kunnen verteren, werd ingedeeld in vier klassen van lactose-opname (laag, gemiddeld, hoog, zeer hoog). Vervolgens werd gekeken, hoe de darmbacteriën verschillen tussen de groepen. Wat blijkt, is dat de familie van de Lactobacillaceae, de melkzuurbacteriën hoger is in de groep met de hoogste lactose-consumptie. Minder sterk gold hetzelfde voor de familie Lachnospiraceae.

Vele melkzuurbacteriën produceren het enzym β-galactosidase, dat lactose splitst in glucose en galactose. Tot de familie horen onder meer de geslachten Bifidobacterium, Bacillus, Lactobacillus, Streptococcus, Lactococcus en Enterococcus. Ook in andere studies werd al aangetoond, dat bijvoorbeeld de Bifidobacteriën hoger zijn in de darm van NLP dan LP, hetgeen kan verklaren dat ondanks de andere genetica (geen lactose kunne verteren), bepaalde groepen darmbacteriën een deel van die rol op zich nemen en in hogere concentratie aanwezig zijn in de darm.

Kortom, er is een rol weggelegd voor de darmbacteriën om melkproducten te verteren, vooral bij diegene die genetisch geen lactose meer kunnen verteren.

Literatuur

Kable, M. E., Chin, E. L., Huang, L., Stephensen, C. B., & Lemay, D. G. (2023). Association of Estimated Daily Lactose Consumption, Lactase Persistence Genotype (rs4988235), and Gut Microbiota in Healthy US Adults. The Journal of Nutrition.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.