Take home message
- Chelaten van beta-lactoglobuline (BLG) ontstaan, doordat verschillende substanties, als ijzer, vitamine A of polyfenolen zich aan het BLG binden. Dit noemt men de holo-vorm van het BLG. Holo-BLG werkt ontstekingsremmend en immuun-onderdrukkend in tegenstelling tot de alo-vorm of verhit BLG.
- In de koestal-pil heeft men deze vorm van holo-BLG opgenomen, waarmee het lukt om astma in patiënten met 40-60% te reduceren.
Rauwe melk, koestallen, zwangere moeders en baby’s
Al in 2001 ontdekten onderzoekers (Riedler et al., 2001), dat er voor kinderen een beschermend effect was van rauwe melk-consumptie bij astma, allergie en hooikoorts. Het onderzoek werd gestart met boerinnen, die tijdens hun zwangerschap al dan niet aan het werk waren in de stal. Er waren daarom mooie vergelijkingen te maken tussen (zie Tabel 1):
- Zwangere boerinnen, die wel of niet in de stal werkten (dagelijks of niet-dagelijks)
- Zwangere boerinnen, die wel of niet zelf rauwe melk dronken tijdens hun zwangerschap (niet getoond)
- Hun geboren baby’s, die wel of niet werden meegenomen in de stal, wanneer moeder aan het werk was (stal)
- Hun baby’s, die wel of niet rauwe melk kregen, vaak al voor het 1e levensjaar (FM < 1Y).
Door dit onderzoek kon men een onderscheid maken tussen een boerderij-effect en een rauwe melk-effect, zowel bij moeder als kind. De controlegroep bestaat telkens uit of kinderen of zwangere moeders, die aan geen van de criteria voldoen.
Tabel 1. Uitwerking van het gedrag van het kind (boven) en de zwangere moeder (onder) op de prevalentie van astma en hooikoorts van het kind (in procent). In de kolommen zijn de verschillende groepen met elkaar vergeleken (afkomstig van Riedler et al., 2001).
Invloed kind: | ||||
Controle | Stal | FM < 1Y | Stal plus FM < 1Y | |
Astma | 12% | 6% | 6% | 1% |
Hooikoorts | 16% | 4% | 4% | 3% |
Invloed zwangere moeder: | ||||
Controle | Niet-dagelijks | Dagelijks actief | ||
Astma | 14% | 2% | 0% | |
Hooikoorts | 11% | 7% | 1% |
Voor het kind betekent, dat of het meenemen in de koestal (=stal) of het verstrekken van rauwe melk (= FM < 1Y) een halvering geeft van de astma-incidentie en een nog sterkere reductie geeft van hooikoorts. Echter beide maatregelen (= stal plus FM) versterken elkaar en leiden ertoe, dat beide immuun-gerelateerde problemen bij het kind vrijwel niet meer voorkomen. Echter wellicht nog wel meer van belang is het contact van de zwangere moeder met de stal en de koeien. Hoe meer, hoe beter. De onderdrukking van astma en allergie is zeer groot, wanneer er meegewerkt wordt in de stal tijdens de zwangerschap. Immuniteit van het nog ongeboren kind wordt dus kennelijk al voor de geboorte geprogrammeerd. Welk deel van de rauwe melk was hierbij betrokken?
Het ALEX-onderzoek (Riedler et al., 2001) was een van de eerste studies rondom koemelk en boerderijkinderen, maar legde direct verschillende routes van bescherming bloot: zowel via de rauwe melkconsumptie als via het contact met de koestal. Anno 2020 begrijpen we steeds beter, dat deze eerste en tweede beschermingsroute waarschijnlijk beide te maken hebben met het contact met het beta-lactoglobuline, de eerste via rauwe melkconsumptie, de tweede via slijmvliescontact met in de lucht zwevende BLG, dat uitgescheiden is via de koe-urine. Tabel 1 beschrijft deze effecten apart, maar laat ook zien, dat zij elkaar samen versterken.
Typen BLG
Roth-Walter et al. (2020) maakten duidelijk, dat de ene BLG de andere niet is. BLG behoort tot een bepaalde familie van de lipocaline-eiwitten. Hierin tref je tal van allergenen aan, zoals berkenpollen, huisstofmijt, en BLG. Dikwijls is er sprake van kruis-allergie, omdat de familieleden op elkaar lijken. Lipocalines zijn vaasvormige, ruimtelijke moleculen, zo ook BLG. Aan de binnenkant van de vaasmond kunnen tal van moleculen gehangen zijn, zoals retinol (Vitamine A), polyfenolen, maar ook ijzer of vetzuren. Dit leidt ertoe, dat men eigenlijk van twee vormen spreekt, de holo-vorm (die opgeladen/ gevuld is) en de alo-vorm (die leeg is). Nu blijkt, dat deze holo-vorm zijn lading uitwisselt met de immuuncellen, om op deze wijze een a-specifieke immuunreactie op te roepen. Gevolg van deze activering is, dat er meer weerbaarheid ontstaat en er bescherming is tegen allergische sensibilisering. BLG is daarmee een transporteur, die alleen functioneert als er lading is (zie fig 1 rechts) en de vrachtwagen het doet.
Om twee redenen gaat dit proces van transporten en activeren van de immuniteit kennelijk mis; als eerste ontstaat als gevolg van verhitting van BLG een structuurverandering van het eiwit en ten tweede kan het zijn, dat het BLG niet geladen is, en in zijn alo-vorm verkeerd. Beide situaties leiden ertoe, dat er een allergische gevoeligheid, dan wel een allergie reactie ontstaat.
Koestal-pil op basis van holo-BLG
De koestal-pil is ontwikkeld op basis van biologische melk, waaruit het wei-eiwit zonder structuurschade uitgehaald is. Het proces is inmiddels gepatenteerd en getest. De uitwerking van de koestal-pil komt voort uit het inzicht in het hierboven genoemde holo BLG, dat zweeft in de lucht van de koestal. Dit BLG, dat via de urine van de koe in de stalomgeving komt, wordt via de luchtwegen en slijmvliezen van de aanwezige kinderen opgenomen om zo zijn werk te doen. Met de koestal-pil boots je deze route van bescherming na. In recent onderzoek (Bergmann et al., 2021) toont men aan, dat astma-patiënten die 3 maanden lang dagelijks een dosis holo-BLG als pil innemen, een 40-60% reductie hebben van hun astma, afhankelijk hoe je de uitkomst vast stelt. Dit resultaat is aanzienlijk en werd in een kleine geblindeerde studie met ruim 30 volwassenen gemeten. De koestal-pil (immunoBON®) is inmiddels te verkrijgen in Oostenrijk en Duitsland en binnenkort ook in andere Europese landen en is het eerste voorbeeld, hoe kennis rondom boerderijkinderen, rauwe melk, stallen en koeien heeft geleid tot een afgeleid medicament op basis van niet-gedenatureerd wei-eiwit.
Literatuur
Bergmann K.C., Graessel A., Raab J., et al. (2021). Targeted micronutrition via holo-BLG based on the farm effect in house dust mite allergic rhinoconjunctivitis patients – first evaluation in a standardized allergen exposure chamber. Allergo Journal International.
Riedler J., Braun-Fahrlander C., Eder W., et al. (2001). Exposure to farming in early life and development of asthma and allergy: a cross-sectional survey. Lancet. 2001;358(9288):1129–33.
Roth-Walter F., Afify S.M., Pacios L.F., et al. (2020). Cow milk proteinbeta-lactoglobulin confers resilience against allergy by targeting complexed iron into immune cells.” J Allergy Clin Immunol. 2020. https://doi.org/10.1016/j.jaci.202