Take home message
- De belangrijkste bron voor vitamine D (VitD) is onze huid door de UVB-straling met een golflengte van 290-315 nm. De huid maakt minder VitD aan op noordelijke breedtegraden, vooral onder ouderen of mensen met een donkere huidpigmentatie. ’s Winters staat de zon onder een te kleine hoek en wordt het UVB-licht uitgefilterd en kan de huid weinig tot geen VitD aanmaken in onze breedtegraden. Wel kan een deel van de zomeroverschotten aan VitD worden in het lichaam bewaard en later verbruikt.
- De bloedwaarden aan 25OH-D3, een derivaat van VitD3, wordt als maatstaf genomen om in te schatten of de VitD-status voldoende hoog is. Duidelijk is, wanneer VitD echt te laag is, onduidelijker wordt het in het traject, waarin de vraag is naar genoeg of te hoog?
Vitamine D3 (VitD3) oftewel Cholecalciferol
Cholecalciferol (een prohormoon) wordt in de lever omgezet in 25-hydroxyvitamine D3 (calcidiol = 25OHD = 25OH-D3) en ten slotte in de nieren omgezet tot calcitriol (1α,25-dihydroxyvitamine D3), de actieve vorm van vitamine D (Wikipedia). Calcitriol is een steroid-hormoon. Daarnaast is er nog een ander VitD, namelijk VitD2, dat in planten te vinden is, maar voor onze voeding nauwelijks betekenis heeft.
Er wordt veel geschreven over vitamine D, recentelijk vooral in de relatie tot bescherming voor Covid-19 (C19). Op een blog van Ivor Cummins werd een gesprek gevoerd met onderzoekers van VitD. Er zijn minstens twee opmerkelijke uitspraken gedaan; ten eerste het aantal doden onder de zorgmedewerkers en artsen tijdens de 1e Corona-golf in het VK. Er stierven 25 mensen, 24 ervan waren met een donkere huid (Afrikaans, Indisch). Dit is opmerkelijk, want in een Engelse bevolking van veelal witte mensen is dit een bovenmatig hoog sterfterisico. Deze mensen behoorden niet tot de lage sociale klasse en kenden ook geen co-morbiditeit zoals obesitas of metabool syndroom. Mensen in de bloei van hun leven. Men legde een relatie met de vitamine D, die in donkere mensen veel minder wordt aangemaakt vanwege hun vele pigment (melatonine) in de huid. Donkere mensen levend in de tropen, hebben hier voordeel bij; het vele pigment beschermt hen en er is zoveel zonne-instraling, dat zij toch wel voldoende VitD aanmaken. Hun probleem ontstaat, wanneer zij in de Europese en Noord-Europese breedtegraad gaan wonen, dan is de zonne-instraling voor hun huidtype te gering en maken zij zelf te weinig eigen VitD aan. Het dodental onder Engelse doktoren wordt ondersteund door onderzoek naar de relatie tussen C19 en de breedtegraad. Mensen uit landen beneden de 35oN sterven vrijwel niet aan C19. Boven deze breedtegraad nemen deze cijfers toe met opmerkelijke correlatie tussen de sterftekans aan C19, dat per breedtegraad met 4,4% toeneemt. Het zuidelijkste puntje van Spanje, Gibraltar, ligt op ongeveer 36 oN, Amsterdam ligt op 52 oN (Rhodes et al., 2020).
Evolutionair waren de eerste Homo sapiens mensen donker qua huid. Bij het wegtrekken uit Afrika en de uitbreiding in noordelijke streken, verdween ook het pigment uit de menselijke huid. Hoe verder weg van de evenaar, hoe witter de mens werd. De witte huid was een aanpassing aan de geringere zonne-instraling in de hogere breedtegraden van Europa. In de moderne maatschappij kunnen mensen gaan en staan waar ze willen, maar donkere mensen hebben onder onze Europese zon gewoonweg meer vitD nodig vanuit voeding en met name supplementen om te compenseren voor de geografische verhuizing naar lichtarme streken.
Een 2e opmerking ‘onder de professoren’ ging over een klein onderzoek, waarin C19 patiënten werden behandeld met VitD. Het gaat om een interventiestudie met 76 patiënten (leeftijd 53 jaar); 50 patiënten krijgen 532 mcg calcifediol (25(OH)D) op dag 1 en 266 mcg calcifediol op dag 3 en dag 7 plus daarna wekelijks, terwijl de rest (n=26) niets kreeg. De dosis VitD in de eerste week is hoog, ca 130.000 IU in een direct opneembare vorm, namelijk de vorm die ‘na de lever’ ontstaat. Hierdoor kunnen de bloedwaardes snel met ca 20 ng/ml stijgen, een enorme boost aan VitD derhalve met als doel de bloedwaarde snel boven 40-60 ng/ml te krijgen. Van de VitD-groep werd slechts 1 patiënt (= 2%) opgenomen op de IC, tegenover 13 patiënten (= 50%) van de niet-gesupplementeerde groep, waarvan er bovendien 2 overleden. De kans (odds ratio) om op de IC terecht te komen in de VitD groep is met een factor 25-30 afgenomen (na correctie voor diabetes en hoge bloeddruk).
Er is kritiek op dergelijk onderzoek en tegenstanders trekken de conclusies in twijfel. Enerzijds vinden critici zulke studies te klein, met te weinig mensen (n=76), te anekdotisch (Engelse doktoren) en anderzijds is het onderzoek naar de sterftekans en breedtegraad gebaseerd op een correlatie. Echter in de podcast van Cummins is het verweer, dat de effecten van de VitD-suppletie erg groot zijn, het gaat niet om enkele procenten, maar een kans-factor 25. Wat je verder ook van de uitslagen mag denken, er is wel degelijk een bepaalde logica in de resultaten, die de losse punten met elkaar verbinden tot een plausibel geheel (connecting the dots). Een belangrijke rol van de hoge VitD status is, dat de beruchte Cytokine-storm (lees: oncontroleerbare ontstekingsreacties) worden geremd. Verder speelt VitD een rol in de bloeddrukregulatie en de kwaliteit van de oppervlaktecellen (Endothelium).
De onderzoeken zijn van belang, omdat de WHO en RIVM op geen enkele wijze aandacht besteden aan preventie strategieën. Er is slechts aandacht voor handen wassen, mondkapjes, 1½ meter en het isoleren van mensen. Men zet als bescherming vol in op vaccineren. Er is te weinig aandacht voor de rol van weerstandsverhoging vanuit voeding en supplementen, terwijl er inmiddels al meta-analyses zijn uitgevoerd die laten zien, dat een tekort aan VitD het risico op C19 en de ernst van het Covid-ziekteverloop (beademing, IC-opname, sterftekans) verhogen (Mercola et al., 2020) en infecties van de luchtwegen verlagen (Grant et al., 2020).
Vitamine D, gefermenteerde producten staan veel meer in de lijn van de resilience, de veerkracht en het verhogen van de eigen weerbaarheid. Het kost in principe weinig, wanneer je meer aandacht besteed aan goede voeding. De professoren van Cummins geven aan, dat de jaarlijkse extra vitamine D niet meer dan 8,- Euro per persoon hoeft te kosten. Net als gefermenteerde zuivel kan het onderdeel worden van een leef- en voedingspatroon.
Vitamine D als Calcidiol meten in het bloed
De VitD status kan het beste in het bloed (serum) gemeten worden. Het wordt uitgedrukt in nanomol (nmol) per liter of nanogram (ng) per ml serum (50 ng/ml is gelijk aan 125 nmol/L). In onderstaande grafiek is de verdeling van bijna 10.000 mensen weergegeven over verschillende VitD-klassen. Tot en met 50 nmol/L (<20ng/ml) wordt aangeduid als onvoldoende, onder de klasse met 30 nmol/l (<12ng/ml) zelfs als een tekort. In deze Duitse steekproef van oudere mensen is heeft dus bijna 60% een onvoldoende of te laag bloedgehalte aan VitD. Wanneer je een streefgetal van meer dan 125 nmol neemt als zijnde een waarde die beschermend werkt, dan heeft slechts 1-1,5% van deze mensen een voldoende hoge waarde. De Duitse onderzoekers hanteren veel lagere waarden als acceptabel (groene balken). Deze lagere waarden zijn eerder gebaseerd op het voorkomen van Rachitis en botproblemen, een hogere grenswaarde lijkt eerder passend voor een robuust immuunsysteem. Overigens zijn de voedingsadviezen niet allemaal eenduidig en ook de vraag welke grens je in het bloed moet nemen als “onvoldoende” is niet eensluidend. Er is discussie wat hoog of zelfs te hoog is, en derhalve ook schadelijk kan worden, mede afhankelijk van de leeftijdsgroep en ziekten (Courbebaisse en Cavalier, 2020).
Factoren die VitD bepalen
Er zijn meerdere factoren die de VitD status bepalen: a) huidtype, b) zonne-instraling, zonnehoek en bewolking, c) voedingsmiddelen, d) leeftijd en e) suppletie. Daarnaast speelt ook je gezondheid een rol, of je een zonnecrème gebruikt en je religie (gezichtsbedekking, hoofddoek). Van de Evenaar naar de Polen wordt de mens steeds meer afhankelijk van externe VitD uit diverse voedingsbronnen. Meer richting de evenaar is zoveel zonne-instraling, dat de mens een gepigmenteerde huid “nodig” heeft om onbeschadigd het jaar door te komen. Ondanks de gepigmenteerde huid wordt er onder de Tropenzon meer dan voldoende VitD zelf vastgelegd. Richting Evenaar nemen mensen zelfs aanvullende beschermende maatregelen (tegen hitte en verbranding), traditioneel via de kleding. Anders is het meer richting de Polen, waar de zon laag staat en de mens weinig mogelijkheid heeft om te kunnen zonnebaden, aangezien het hier ook nog eens te koud is. Mensen die hier leven, hebben een lichte huidskleur met weinig pigment. De beschermende kleding (koude) leidt ertoe, dat slechts geringe delen van hun huid VitD kunnen vormen door de zonne-instraling en men dus richting de Polen sterker tot volledig afhankelijk is van voeding en specifieke aanvullende voeding (dierlijke organen, vis-eieren, etc.), dan wel suppletie.
Lactase-persistentie versus lactose-intolerantie
Kaukasische mensen (lees: blanke), die in het noorden van Europa leven, hebben voordeel van hun lactase-persistentie, als het om de VitD-status gaat. In een studie werden vrouwen met en zonder lactasepersistentie (genmutatie C-13910T) vergeleken qua VitD concentratie in hun bloed. Door het kunnen verteren van melkproducten is de serum 25-hydroxyvitamin D concentratie hoger in de gemuteerde lactase-persistente dan in diegene die lactose-intolerant zijn. Daarmee biedt lactasepersistentie in de noordelijke, lichtarme gebieden van Europa een genetisch voordeel (Sorthe en Mogghaddam, 2019) en konden veehoudende mensen zich zeer noordelijk uitbreiden, al dan niet in aanvulling van vis en viseieren. Toch lijkt het erop, dat in de noordelijke Scandinavische landen VitD-suppletie in melk de risico’s van hart- en vaatziekten en botbreuken verder kan verlagen. Er is geen verplichte VitD-toevoeging aan melk in bijvoorbeeld Zweden, in tegenstelling tot een land als Canada, dat ook een grote Kaukasische bevolking kent, uit melkdrinkers bestaat en die geëmigreerd zijn uit Europa. VitD-toevoeging aan zo’n stapelproduct is dan een simpele oplossing om je bevolking dan in 1 keer beter te beschermen. Zo niet, dan komt het aan op extra inname van VitD in de wintermaanden, vooral bij ouderen en bij hogere BMI. De belangrijkste bron voor VitD blijft toch echter het zonlicht, maar dan moet je wel naar buiten, wandelen of werken en geregeld voldoende huid (zonder zonnecrème) aan het licht blootgeven.
Literatuur
Courbebaisse, M., & Cavalier, E. (2020). Vitamin D in 2020: An Old Pro-Hormone with Potential Effects beyond Mineral Metabolism.
Grant, W. B., Lahore, H., McDonnell, S. L., Baggerly, C. A., French, C. B., Aliano, J. L., & Bhattoa, H. P. (2020). Evidence that vitamin D supplementation could reduce risk of influenza and COVID-19 infections and deaths. Nutrients, 12(4), 988.
Mercola, J., Grant, W. B., & Wagner, C. L. (2020). Evidence regarding vitamin D and risk of COVID-19 and its severity. Nutrients, 12(11), 3361.
Rhodes, J. M., Subramanian, S., Laird, E., Griffin, G., & Kenny, R. A. (2020). Perspective: Vitamin D deficiency and COVID‐19 severity–plausibly linked by latitude, ethnicity, impacts on cytokines, ACE2 and thrombosis. Journal of internal medicine.
Sorthe, J., & Moghaddam, A. (2019). Lactase persistence may explain the paradoxical findings of high vitamin D concentrations in Europeans living in areas of low UV-B irradiation. European journal of clinical nutrition, 73(4), 585-593.