Astma en allergien, Gezondheid
Laat een reactie achter

Anafylactische shock en melk

Take home message

– Rauwe melk als ‘geneesmiddel’: Allergisch gemaakte muisjes die in contact komen met rauwe melk, vertonen geen allergische reactie (zowel bij voeren als inspuiten van melk).

– Homogeniseren: Wanneer je allergisch gemaakte muizen opnieuw in contact brengt met gehomogeniseerde melk (inspuiten van melk), dan zie je een sterkere allergische reactie, wanneer het vetgehalte in de melk stijgt. Dit zie je niet bij niet-gehomogeniseerde, verhitte melk of bij rauwe melk

Het immuunsysteem kent verschillende soorten ‘wachters’. Het ongetrainde of innate immuunsysteem reageert op allerlei onbekende stoffen, eiwitten of micro-organismen. Het getrainde immuunsysteem ontwikkelt zich wat later in het leven en je moet dit systeem eerst prikkelen, oftewel trainen. Het systeem moet ‘leren’ om vreemde, niet-eigen eiwitten te herkennen om vervolgens door het vrijmaken van een immunologische kettingreactie, om een specifiek eiwit (lees: allergeen) aan te vallen.

Bij voedingsallergie of problemen in de auto-immuniteit heb je een probleem, dat je lichaam eiwitten niet herkend als voeding of erger nog je lichaamseiwitten niet herkend als je eigen lichaam, en er een ongewenste reactie ontstaat. De huid wordt rood, pukkelig, je krijgt het heet, bij astmatische allergie krijg je het benauwd en ook is er dikwijls sprake van een anafylactische shock: de reactie is zo heftig, dat je onderuitgaat, flauwvalt of tenminste erg wiebelig wordt. Proefdieren laten zeer overeenkomstige reacties zien, als het om zo’n anafylactische shock gaat.

Deens onderzoek naar rauwe en gehomogeniseerde melk

In vroeg onderzoek met muisjes keek Poulsen et al. (1987) naar de vraag of het uitmaakte of je rauwe melk, gepasteuriseerde melk, gekookte melk, dan wel gehomogeniseerde melk toediende aan muisjes die al gevoelig gemaakt waren voor het eiwit.

In een eerste experiment werden muizen gesensibiliseerd met verschillende typen melk: (1) een negatieve controle (zout), (2) rauwe melk, (3) gepasteuriseerde melk met 1,5% vet (72oC, 15 sec) en (4) magere melkpoeder. Om te kijken of er een allergische reactie optrad, die beoordeeld werd aan de hand van een anafylactische shock-score, kregen reeds gevoelige muizen verschillende typen melk ingespoten: (A) rauwe melk en (B) gepasteuriseerde melk met 1,5% vet (72oC, 15 sec). De melk werd ingespoten in aflopende verdunningen met een concentratieverhouding van 9:3:1 (van hoog naar laag).

Er werd vooral naar de ernst van de anafylactische shock gekeken. Deze loopt uiteen van 0 (= geen reactie) t/m 3 (= ernstige reactie). Daartussen zijn nog de klassen 1 en 2. Voor de weergave in een grafiek is een sum-score berekend aan de hand van het aantal dieren per klasse. Daaruit kun je weer een relatieve waarde berekenen, zodat je de ernst van alle dieren samen uitdrukt tussen 0 en 100% (= geen tot volledig).

De proefopzet was bedoeld om te beoordelen of het:

  • …uitmaakt of je vooraf gevoelig wordt gemaakt met rauwe dan wel gepasteuriseerde melk? (Vergelijk: waar groei je als eerste mee op?)
  • …de allergische reactie anders is als je rauwe dan wel gepasteuriseerde melk krijgt? Ter controle heeft men de zoutgroep opgenomen, die geen reactie mag vertonen.

Het resultaat van deze proef is duidelijk. Er zijn twee groepen dieren die niet reageren. Ten eerste de negatieve controlegroep, die met zout gevoelig gemaakt werd. Dit is ook logisch, aangezien deze dieren nooit met melk-eiwit vooraf in aanraking zijn geweest. Interessanter is het verschil tussen de dieren die voor de 2e keer met melk in aanraking komen (melk-challenge of melk-trigger). Ook alle dieren die rauwe melk ingespoten krijgen, vertonen geen reactie, ongeacht of zij vooraf getriggerd zijn met zout, rauwe melk of gepasteuriseerde melk. De enige reactie treedt op, wanneer de dieren getriggerd worden met gepasteuriseerde melk. Hier ziet men een duidelijke reactie, op zowel de groep gevoelig gemaakt vooraf met rauwe en gepasteuriseerde melk. Dit maakt niet uit. Dus: het maakt wel uit waar je mee opgroeit (rauw leidt niet, maar verhit wel tot een latere allergische reactie), maar als je allergisch bent, reageer je (als proefdier-muis) zowel op de rauwe melk als op de verhitte melk.

Verder zie je nog een verschil tussen of de dieren melkpoeder gegeten hebben of vooraf met verdunde melk allergisch gemaakt zijn. De heftigheid in latere allergische reactie is de helft geringer, wat vooral een discussie is, op welke wijze je nu dergelijke proeven moet uitvoeren (eten of inspuiten?).

Als je dit onderzoek vergelijkt met onderzoek bij boerderijkinderen, dan zie je een verschil. De muizen werden gevoelig gemaakt op elk type melk, terwijl in kinderen die met rauwe melk opgroeien, juist niet gevoelig zijn voor allergieën. Verschillen kunnen ontstaan door het proefdiermodel (namelijk het onderhuids inspuiten van de melk).

Fig 1. Muizen zijn gevoelig gemaakt met zout, rauwe melk, gepasteuriseerde melk of door het eten van melkpoeder, en vervolgens ingespoten zijn met gepasteuriseerde melk (blauw) of rauwe melk (oranje = nul) en de ernst van hun anafylactische shock. De ‘zout-groep’ vertoont geen enkele allergische reactie, maar ook gevoelige gemaakte dieren die ingespoten zijn met rauwe melk vertonen geen anafylactische shock; het maakt niet uit of de dieren gevoelig zijn geworden op rauwe melk of gepasteuriseerde melk, wel of dieren het melkeiwit gegeten hebben of ingespoten krijgen.

Additioneel effect van homogeniseren

Het tweede experiment van deze auteurs ging over de vraag of het homogeniseren van melk een effect op de allergische reactie. Uitgangspunt was hier een magere, rauwe melk. Daarnaast werden 12 typen proefmelk gemaakt op basis van: verhitting (72oC en 100oC), homogeniseren (wel en niet) en hoeveelheid melkvet (0,05%, 1,5% en 3,5% vet), (= 2 x 2 x 3 = 12 varianten). Pasteurisatie was 72oC, 15 sec, koken 100oC, 15 min. Dieren kregen vooraf in hun voer melkpoeder gemengd, waardoor zij op melkallergie gesensibiliseerd werden. De anafylactische shock werd opgeroepen door verdunde melk (13 varianten) intraveneus te geven.

Als 1e resultaat is opvallend, dat a) er geen reactie is op rauwe melk, maar b) ook niet op de niet-gehomogeniseerde melk, ongeacht de verhitting en vetgehalte (Figuur 2). Er is alleen een sterke reactie wanneer de melk gehomogeniseerd en verhit is geweest. Er is een geringer verschil tussen melk verhit op 72oC en 100oC. Doorgekookte melk werkte minder allergeen uit, als de gepasteuriseerde melk. Dit is te verklaren, dat het complexe beta-lactoglobuline bij hoge en langdurige verhitting tot een eenvoudig, niet meer allergeen werkend eiwit wordt. Het staat bekend als de “baked milk”, melk die zijn allergeniteit verliest, wanneer het ultra-hoog verhit is.

De melk bij 72oC vertoont een aantal opmerkelijke verschillen. Het belangrijkste is, dat de problemen groter worden naarmate het vetgehalte toeneemt, de som van de anafylactische shock (lees: intensiteit x aantal dieren) bedraagt 36%, 69% en 75% bij respectievelijk 0,05, 1,5 en 3,5% vet in de melk. Dit betekent, dat homogeniseren in dit proefdiermodel een sterke reactie uitlokt, wanneer de melk al verhit is geweest. Wat de onderzoekers niet hebben onderzocht, is of de rauwe melk na homogenisatie allergisch uitwerkt.

Niet-gehomogeniseerde, gepasteuriseerde melk kun je verkrijgen, wanneer je zelf rauwe melk alleen maar verhit na aankoop op de boerderij vanuit een melktank, of bij aankoop uit melkautomaten die direct gepasteuriseerde boerderijmelk leveren. In het winkelschap is alleen in de biologisch-dynamische richtlijnen expliciet verboden om gepasteuriseerde melk te homogeniseren. Door verpompen en verwerken echter in de melkfabrieken is alle fabrieksmelk altijd een beetje gehomogeniseerd.

Fig. 2. Muizen zijn gevoelig gemaakt voor allergie door het voeren van melkpoeder. Door de dieren in te spuiten met verschillende melktypen (vetgehalte, verhitting, homogeniseren) ontstaan verschillen in de ernst van de anafylactische shock

Opnieuw getest in muisjes en mensjes

Abbring et al. (2019) heeft vergelijkbaar onderzoek gedaan met rauwe boerderijmelk, verhitte, niet-gehomogeniseerde boerderijmelk (80oC) en shopmelk die gehomogeniseerd en gepasteuriseerd was (72oC). Zij kwam tot eenzelfde conclusie, zowel in kinderen als in muisjes, namelijk dat kinderen die al allergisch waren voor melk (dus gesensibiliseerd zijn), niet reageren op rauwe melk, maar wel op shop-melk (gehomogeniseerd, gepasteuriseerd). In een parallelle proef met muizen, werd duidelijk, dat ook wanneer de rauwe boerderijmelk alleen wordt verhit, dus zonder te homogeniseren, je eveneens een allergische reactie oproept in gesensibiliseerde proefdieren. Verhitting lijkt derhalve boven homogeniseren te staan qua reactie. In het onderzoek van Abbring lijkt het er ook op, dat de reactie in de muisjes sterker is bij de melk van 80oC dan die van 72oC. Dit klopt in het beeld, dat er inmiddels is, dat de allergeniteit van Beta-lactoglobuline sterk toeneemt in het traject van 60 naar 90oC.

Dit artikel is gebaseerd op: Poulsen, O. M., Hau, J., & Kollerup, J. (1987). Effect of homogenization and pasteurization on the allergenicity of bovine milk analysed by a murine anaphylactic shock model. Clinical & Experimental Allergy, 17(5), 449-458.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.