Take home message
Net als in studies onder volwassenen, hebben ook kinderen (1-18 jaar) minder last van overgewicht, wanneer zij volle melk in plaats van halvolle en/of magere melk drinken. Het risico op overgewicht neemt met 40% af.
Overgewicht en obesitas epidemie
Sinds de jaren 1960 moesten we ons volgens voedingswetenschappers, opgevolgd door politici schamen om dierlijke vetten te eten. Je zou er moddervet van worden. Massaal zijn wij overgegaan op plantaardige olie, wat veel leed heeft berokkend voor de tropische natuur. De palmolie was niet aan te slepen en er moest steeds meer regenwoud gekapt worden. Vetspek en boter werden door de Amerikaanse onderzoeker Angel Keys aangewezen als de boosdoener voor de stijgende problemen met hart- en vaatziekten onder de Amerikaanse blanke mannen, toentertijd de belangrijkste doelgroep in veel onderzoek.
Obesitas was en is een van de belangrijkste gevolgen van onze Westerse leefstijl. Eerst werden de volwassenen te dik, inmiddels ook de kinderen. Overgewicht is een groeiend probleem, waarbij 1 op de 3 Amerikaanse kinderen al tot de groep behoort met overgewicht of obesitas. In de American Journal of Clinical Nutrition werd in december 2019 een overzichtsstudie gepresenteerd, die beoordeeld of het overgewicht van kinderen (leeftijd 1-18 jaar) in verband te brengen is met hun melkconsumptie (Vanderhout et al., 2019). Overgewicht werd bepaald op basis van de Body Mass Index (BMI).
Er werden 28 bruikbare studies gevonden, waarvan in 18 studies werd geconstateerd, dat een hogere melkvetconsumptie leidde tot een lagere BMI. De tien andere studies vonden geen correlatie. In 14 van de 28 studies kon men een vergelijking maken tussen melk met verschillende vetgehaltes, namelijk 0,1-2,0% (magere en halfvolle melk) versus >3,25% (volle melk). Het risico op overgewicht was met bijna 40% gereduceerd (Odds ratio = 0,61), wanneer de kinderen volle melk dronken in plaats van melk met een geringer vetgehalte. Deze uitkomst is opnieuw tegen het gezondheidsadvies van de meeste Westerse staten in, om kinderen vooral melk met een laag/lager vetgehalte te geven. Zij worden hier dikker van, dan wanneer ze gewoon volle melk krijgen. Wat deze meta-analyse verder interessant maakt, is wanneer je de studies qua melkvetgehalte met elkaar vergelijkt, er ook nog eens sprake is van een dosis-respons-effect: naarmate het vetgehalte van de geconsumeerde melk hoger is, neemt het risico op overgewicht sterker af (Figuur 1). De uitslag onder kinderen is niet onverwacht en sluit aan bij eerdere analyses onder volwassenen. Ook die blijken doorgaans beter af met volle melk, boter en volle melkproducten.
De belangrijkste verklaringen voor het lagere overgewicht na consumptie van vetrijke zuivel is, ten eerste de verhoogde suikeropname doordat kinderen uitijken naar de frisdranken die bol staan van de suikers. Iets dergelijks zag je ook in een onderzoek in India, waar volwassen niet-melkdrinkers, thee met veel suiker als vervanging gebruikten. Hier werd men dikker van dan van een hogere melkconsumptie. De tweede verklaring ligt in de graad van verzadiging (Engels: satiety); je bent eerder “vol” van een vetrijk product en je hebt minder snel trek dan na consumptie van gesuikerde vervangingsdrankjes. Twee opmerkingen zijn hier nog aan toe te voegen, namelijk over de bescherming van melkvet tegen astma en aanvullende betekenis van de onverzadigde melkvetzuren.
Eerder schreven we al, dat de consumptie van volle melk, melkproducten algemeen en boterconsumptie aanleiding was tot een lagere incidentie van astma bij kleuterschoolkinderen. Dit gold niet voor magere melk en margarine-consumptie. Het is een aanwijzing, dat het melkvet (hier altijd gepasteuriseerd) beschermend werkt.
Verder is de samensetlling van melkvet nog verschillend, afhankelijk van de voeding van de koeien. Er zijn grote verschillen in het aandeel onverzadigde vetzuren en de n6/n3 verhouding zijn tussen de melkvetsoorten. Kies derhalve voor melk van koeien die echt grazen en gras opnemen en niet voor melk, die afkomstig is van koeien die zomer en winter op stal staan en vooral snijmais, krachtvoer en een beetje kuilgras krijgen.
De schaamte of liever het dringende advies om geen boter en volvette melkproducten te consumeren vanwege de kortsluiting “vet maakt vet” is derhalve een voorbeeld hoe wetenschap en gezondheidsvoorlichters de mist in zijn gegaan. Er is geen reden om je te schamen om boter te eten. Tijdschrift Time kwam hier in 2014 mee op de voorpagina.