Een grote groep wetenschappers schaart zich achter het deltaplan dementie, staat er op 21 oktober 2019 op de NOS-nieuwssite te lezen. Zij roepen het kabinet op zich maximaal in te zetten op het voorkómen van dementie. Zo niet, dan rijzen in de toekomst de kosten voor behandeling de pan uit. In de afgelopen 30 jaar zijn er met name miljarden gestoken in de ontwikkeling van een geneesmiddel tegen dementie, zonder dat er zo’n medicijn gevonden is, aldus de NOS. Hier ligt precies het probleem in ons denken rondom gezondheid en gezondheidszorg, namelijk dat er vooral gedacht en gehandeld wordt op basis van bestrijden van problemen, niet in termen van voorkómen/ preventie van ziekten. Bestrijden is veelal in termen van chemische ‘end-of-pipe-solutions’ (pillen, voedingssupplementen, maar ook het vullen van gaatjes bij cariës), voorkómen betekent ecologisch omdenken, het denken in samenhangen (voedingsgewoontes, leefomgeving, een zwangerschap voorbereiden).
Dit geldt voor alle non-communicable diseases, die ziekten die door onze Westerse levensstijl ontstaan, niet door infecties met bacteriën of virussen en derhalve geldt hetzelfde voor het terugdringen van astma en allergieën. Allergieën beïnvloeden inmiddels het leven van 1 miljard mensen wereldwijd en men verwacht een verdere stijging naar 4 miljard in 2050. Net als bij dementie worden de kosten voor de bestrijding van astma en allergieën onbetaalbaar. Levenslang medicijnen voorschrijven voelt immoreel en leidt tot een faillissement van de maatschappij. Het is echter het mooiste verdienmodel voor een industrie, namelijk de negatieve effecten van ziekten te onderdrukken, zoals de astma-pufjes, cholesterolverlagers of bloedverdunners. Nieuw is het stimuleren van medicijngebruik vanuit preventief oogpunt. Wanneer op middelbare leeftijd je cholesterolwaarden langzaam omhoog kruipen, “is het beter om maar alvast cholesterol-remmers te gaan gebruiken om later hartfalen te voorkomen”. Het verlagen van 1 geval betekent echter dikwijls dat nog 50-100 andere mensen behandeld moeten worden om statistisch tot een verbetering te komen, een mooi winstmodel. De, telkens door medisch onderzoek, aangescherpte (lees: verlaagde) waarden om “gezondheidswinst te halen” leidt ertoe, dat eigenlijk bijna iedereen aan de cholesterolverlagers zou moeten. Andere oplossingen zijn derhalve gevraagd. Uitdaging is te leven en overleven zonder aanwezigheid van dokters en tandartsen, tenzij je hen betaald voor hun kennis en inzicht om je gezondheid te bevorderen in plaats voor een ziektebehandeling.
Rauwe en rauw gefermenteerde melkproducten
Rauwe melk en rauw gefermenteerde melkproducten lijken wel degelijk een deel van de oplossing in de astma en allergie-pandemie. Onderzoek aan de Universiteit Utrecht toont aan, dat het risico van astma (Abbring et al., 2017) en allergie (Abbring et al., 2019) ontstaat door verhitting van de rauwe melk. Multiple allergische, jonge kinderen verdragen de rauwe melk, niet de verhitte en gehomogeniseerde melk uit de winkel. De oplossing voor het terugdringen van astma-leed en allergieproblemen lijkt simpel, maar wordt geremd door de vooroordelen en ongeloof over rauwe melk en rauw gefermenteerde melkproducten.
Probleem is, dat beleidsmakers binnen Ministeries in verschillende landen nog steeds de neiging hebben om rauwe melk uit te bannen. Op de vraag van de voorstanders van rauwe melk met de Amerikaanse Food en Drug Administration wordt nog “ouderwets” gereageerd. De FDA wees hen terug met de opmerking: voor de behandeling van allergieën ga je naar een dokter, niet naar een boer. In Canada kom je als veehouder in de gevangenis als je rauwe melk verkoopt aan derden, in Frankrijk is men voornemens on rauwmelkse kazen te verbieden voor kinderen onder 5 jaar, in sommige Amerikaanse staten kun je alleen rauwe melk liter wijze voor je kat kopen en in verschillende landen krijgen boeren gewoon geen toestemming om rauwe melk te mogen verkopen of moet je als consument zelf maar langskomen op de boerderij. In Duitsland waar je legaal rauwe Vorzugsmilch in de winkel kunt kopen, weet men de verkoop te belemmeren door de Vorzugsmilch een houdbaarheidsdatum van slechts 96 uur (= 4 dagen UVD) mee te geven. Het kost echter 1-2 dagen om deze melk überhaupt in een winkel te krijgen. De consument meent dan al snel, dat die melk niet meer goed is, het zit immers dicht tegen de uiterste verkoopdatum aan. De ervaring leert, dat dergelijke Vorzugsmilch langer dan 1 week houdbaar en zonder problemen en gevaren te gebruiken is. Dit mag de boer echter niet vermelden. De voorbeelden geven aan, hoe moeilijk de overheid het meestal maakt om überhaupt nog aan rauwe consumptiemelk te komen.
In Nederland is er wel rauwmelkse kefir op de markt. Wanneer je naar de verzuring van dit product kijkt, dan is kefir binnen 10-15 uur op een pH onder de 4,5, een melkzure omgeving, waarbij verschillende, ongewenste zoonotische bacteriën (indien al aanwezig) afsterven. Bovendien heeft kefir een enorm hoog aantal levende bacteriën, oplopend tot 1 miljard micro-organismen (109) per ml. Tezamen met de hoge hygiënische uitgangskwaliteit van de gebruikte rauwe boerderijmelk (merk: Rauwpower) is het gelukt om een melkproduct aan te bieden, dat kan dienen voor een levensstijl van preventie in plaats van bestrijden. Door de lage pH heeft dergelijke kefir een UVD van 3 weken.
Rauwe melk en rauw gefermenteerde melkproducten als oplossing binnen een gezondere levensstijl, zijn politiek vooralsnog ongewenst. Het verdienmodel past niet in onze samenleving. Het zijn namelijk producten, die je niet gemakkelijk industrieel kunt opschalen. Lokale boeren kunnen iets verdienen, wanneer zij hun best doen om rauwe melk te leveren met een zeer hoge hygiënische standaard, waardoor het risico van besmetting met ongewenste bacteriën eerder gering is. Lokaal geproduceerd, direct afgevuld in flessen, gekoeld, 2x per week vers geleverd in een straal rondom een boerderij. Dit is niets voor een grote melkindustrie, die door efficiëntie gedreven de melk nog 1x per 3 dagen ophaalt. Dergelijke melk móet gepasteuriseerd worden om houdbaar en veilig drinkbaar te zijn. Er wordt weinig onderzoek gedaan hoe men op een goede manier, een bacterieel betrouwbare rauwe melk kan produceren zonder technologie als bij de “koude-pasteurisatie” of de “ultrafiltratie” van al je melk. Onderzoek op Vorzugsmilch-bedrijven beperkt zich veelal tot het vaststellen, dat hun melk hygiënisch beter gewonnen is als gewone tankmelk. Ondersteunend onderzoek die het houderijsysteem beter begrijpen en verder optimaliseren, is dringend gewenst. Er wordt nog altijd vanuit gegaan, dat het onmogelijk is om voor 100% te garanderen, dat rauwe melk zoonotisch zeker is en derhalve richt men zich in het onderzoek op het analyseren van zoonotische problemen. Deze worden vervolgens in open peer reviewed tijdschriften gepubliceerd, zodat iedereen kan lezen, hoe gevaarlijk rauwe melk weer is. Pasteurisatie wordt aangevoerd als de noodzakelijke en zekere tussenstap om melk bacterievrij te kunnen aanbieden. Vergelijkende cijfers worden genegeerd, die laten zien, dat bijvoorbeeld Vorzugsmilch eenzelfde bacteriële zekerheid biedt als gepasteuriseerde melk (cijfers gebaseerd op Jahrbuch Bundesinstitut für Risikobewertung). Ook in gepasteuriseerde melk worden ongewenste bacteriën gevonden, ook van gepasteuriseerde melk worden mensen ziek of sterven (Whitehead et al., 2018).
Wie heeft er belang bij een deltaplan astma en allergie? Met name de patiënt natuurlijk, die weer een belangrijk stuk levenskwaliteit terugkrijgt, wanneer zijn chronische problemen opgelost of verlicht worden door aanpassing van zijn melkdieet (Baars et al., 2019 a, b). Een probleem is de lobby van de voedings- en farmaceutische industrie te breken, die niet direct belang hebben bij verminderde consumptie of een eenvoudiger consumptiepatroon. Hun model is een groeimodel en in principe moet er jaarlijks meer geconsumeerd worden. Wanneer het niet lukt om een ander verdienmodel voor de voedings- en farmaceutische industrie te ontwikkelen, waarin zij betaald worden om de samenleving gezond te houden, dan zal er grote tegendruk blijven vanuit die industrieën rondom de erkenning en invoering van rauwe melk en rauwmelkse producten als geneesmiddel.