Met andere woorden hoe muteer je je DNA, zodat je melk kunt blijven verteren als de borstvoeding is gestopt? Aangezien de mutatie een aanpassing is aan een nieuwe omstandigheid, moet je dus eerst in contact komen met het nieuwe (lees: lactose uit koemelk), pas dan kun je je aanpassen. Wereldwijd zijn er meerdere mutaties in het menselijke genoom gevonden als aanpassing aan de lactose-vertering nadat je als baby geen moedermelk meer kreeg. Alleen de mens kent dit, omdat hij herkauwers onder zijn hoede nam en begon van hen te leven. Veganisten waren er niet. Onafhankelijke en geïsoleerde menselijke populaties hebben dus apart van elkaar “geleerd” melk te verteren. De reden ervoor was belangrijk, namelijk men ging over op landbouw en veeteelt. Niet langer werd er geleefd van de jacht en het verzamelen, maar van geteelde producten op akkers (eenkoorn, emmer) en van gedomesticeerde dieren (koe, schaap en geit).
In de Jonge Steentijd in Engeland heeft men het tandsteen van menselijke skeletten onderzocht (leeftijd 25-45 jaar; erg oud werd men nog niet). Een unieke vondst in tandsteen is het ß-lactoglobluline (BLG), een wei-eiwit uniek in melk van herkauwers. Circa 3.000 jaar voor Christus blijken deze vroege boeren in hun genen nog niet de mutatie te hebben die hen lactase persistent (of lactose tolerant) maakt, maar wel al BLG in hun tandsteen mee te dragen, wat wijst op melkconsumptie. Toch worden in potscherven waarin gekookt en gebraden werd, al resten van melkproducten en melkvetten gevonden. Dit impliceert, dat men al melk en/of melkproducten tot zich nam, voordat de mutatie er was. Aangezien zoete melk lijdt tot darmkrampen en gasvorming in de darmen bij mensen met lactose-intolerantie, zal men dus in de Steentijd wel hebben opgepast om grote hoeveelheden rauwe melk naar binnen te slobberen. Tenzij, de melk gefermenteerd was. Door fermentatie neemt het lactosegehalte in melk af, echter ook in yoghurt en kefir is nog steeds lactose te vinden. Je moet naar de gerijpte kazen toe, om vrijwel alle lactose kwijt te raken. Of dit een probleem was in deze begintijd, weet men niet. We moeten er van uit gaan, dat de rauwe melk vergeven was van de melkzuurbacteriën, wat betekent, dat wellicht al veel “verse melk” op weg was een gefermenteerd product te worden, in Duits bekend als “Dickmilch” of de Engelse “clabber-milk”, spontaan verzuurde melk. Of de melk werd in den beginne alleen als een omgezet product gegeten, eerst als een soort verse kaas, waarschijnlijk is pas veel later het gecompliceerdere kaasmaken ontstaan. Tenslotte kan het ook meehelpen, dat je de darm doordrenkt met deze lactosevergisters, als je melk rauw drinkt. Zij helpen mee om de lactose in je darm te verteren. Eerder is al aangegeven, dat ook bepaalde probiotica behulpzaam bij het oplossen van lactose-intolerantie.
De mutaties hebben dus eerst nadat men startte met melk(producten) plaatsgevonden. Kennelijk was het toch een evolutionair voordeel om zonder gedoe melk te kunnen consumeren, rauw waarschijnlijk. Melk, melkvet en melkeiwit werden belangrijke voedingsbronnen voor de Westerse cultuur.
Informatie is verkregen van Charlton et al. (2019). New insights into Neolithic milk consumption through proteomic analysis of dental calculus.