Eind 2015 verschenen er onafhankelijk van elkaar in de krant artikelen, die over tandbederf handelen. De moderne kinderen die leven onder de Poolcirkel hebben ‘robottanden’. Op de foto prijkt een jongen met een gehavend gebit en metaal-implantaten in plaats van zijn eigen tanden. Een 2e verhaal gaat over de toename van jonge kinderen die onder volledige narcose behandeld worden vanwege vergevorderd tandbederf. In de analyse komen bekende zaken naar voren: gebrek aan mondhygiëne, poetsen en suikers. Ten derde: Robert Putnam (geb. 1941) wordt in NRC geïnterviewd. Als maatschappijcriticus en hoogleraar aan Harvard vervolgt hij de toenemende klassenongelijkheid in US. Toen zijn kinderen geboren waren en er een school gezocht moest worden, kwam zijn vrouw op het idee om ‘het aantal beugels te tellen. Hoger opgeleide ouders besteden meer geld aan de verzorging van kinderen. En hoe meer beugels, des te beter de school.’ (NRC 31 Okt 2015). Het is echter de vraag of Putman wel gelijk had en oorzaak en gevolg niet verwisselde. Beugels zijn een compensatie voor scheefgegroeide tanden, een overbeet of een onderbeet. Beugels zijn derhalve geen indicatie voor goede welstand, maar eerder voor de negatieve veranderingen in onze voeding (onvolwaardige voeding). De beugel-epidemie heeft ook met de voeding te doen, zoals uit het werk van Weston A. Price al duidelijk is geworden.
Weston A. Price vertoont foto’s in zijn boek ‘Nutrition and physical degeneration’ ook afbeeldingen 2e generatiekinderen, die in aanraking komen met gemoderniseerde voeding. Bij hen zie je sterke veranderingen in de kaakgroei, tanden die voor en achter in de mond staan en niet meer in de kaak passen en of kaken die elkaar staan met onder- of overbeet.
Weston A. Price was tandarts uit Ohio. Hij reisde tussen 1930 en 1940 de wereld rond en beoordeelde de gebitten van 1000en kinderen, zowel zij die zich traditioneel voedden en zij die al met moderne, westerse voeding in aanraking waren. Het resultaat qua cariës is schokkend. De traditionele voeding leidde bijna nooit tot cariës, gemiddeld was slecht 1% van de tanden of kiezen aangetast, terwijl de moderne kinderen gemiddeld 31% cariës lieten zien.Voor veel van deze tradiotioneel levende mensen leidde de omschakeling naar Westerse voedingsgewoonten, niet alleen tot een verlies aan hun cultuur, maar ook tot tandpijn en niet te vergeten obesitas. Vele mensen werden moddervet en leden aan hartfalen. Tandartsen, artsen en dietisten kwamen doorgaans 1 of 2 generaties te laat aan in deze gebieden en vooral door tandbederf hebben mensen vreselijk moeten lijden.
Weston Price vergeleek de caries-gevallen bij kinderen, die zich tradioneel (paars) en kinderen die zich modern (blauw) voeden gedurende 1 of 2 generaties. Op de horizontale as staan alle volkeren, die Price heeft onderocht (Price, 1953)
Gek genoeg kenden de kinderen in het Lötschendal geen mondhygiëne in de huidige zin van het woord; tanden werden niet gepoetst en Price beschrijft een groenachtig slijm op hun tanden. Maar geen gaatjes. Derhalve is de vraag, voorkom je cariës principieel door hygiëne, tandartsbezoek en poetsen of door voeding?
Foto genomen in het museum in het Lötschendal. Deze jonge bruid heeft een gezicht, waarin het middelste gedeelte breed is. Dit weerspiegelt de ruimte die de kaak heeft om de tanden volledig normaal naast elkaar plaats te kunnen geven. Weston Price wees op het belang van de breedte van de jukbeenderen.
Price ging nog een stap verder in zijn beschrijvingen. Hij gaf aan, dat niet alleen de cariës plotseling toenam, maar dat ook de verkeerde tandposities, de onderbeten, de te smalle tandbogen er kwamen. Hij meende zelfs een correlatie te zien met TBC-gevoeligheid. In enkele generaties veranderde dit en Price weet dit aan de voeding en met name de voeding van de moeder tijdens de zwangerschap. Veel aandacht was er voor de vet oplosbare vitamines (A, D en K2) en de rauwe en rauw-gefermenteerde producten. Intrigerend, dat Price zich in 1930 zorgen maakte over de potentiele beugelkinderen als uitdrukking voor de veranderingen in de voeding, terwijl Putman 1-2 generaties later beugelkinderen als een bewijs van welstand zag.
De tandproblemen die zijn ontstaan, zijn omkeerbaar op het moment, dat de moeder zich anders voedt, borstvoeding geeft en er aandacht is voor de voeding van het jonge kind. Price geeft zelfs aan, dat wanneer hij kinderen hoge doses aan vetoplosbare vitamines geeft, cariës vermindert doordat er een herstelproces in de tanden zelf plaatsvindt, gaatjes groeiden weer dicht.
Foto van een vader (geb. 1956) en zoon (geb. 1987). De vader is een typisch voorbeeld van a) een beugelkind en b) vroegtijdige caries. De zoon daarentegen heeft een volledig gaaf gebit op zijn 25e levensjaar met een goed uitgevulde tandboog. Oorzaak: voeding van de zwangere moeder en voeding in zijn vroege jeugd.
Foto: avondstemming in Pomerania (Pl)